Noord Thailand

Sawadee ka!

Nadat we maandag een hele dag vrij hadden (zwembad, lezen en luieren) stond er voor dinsdag weer een volle dag op het programma. ’s Morgens om 7 uur werden we opgehaald in een MINIbusje waar al 9 mensen in zaten. Het was een internationale mengelmoes uit Hongkong, Israël, Duitsland en Australië. Als eerste stopten we bij de Natural Hot Springs in Mae Kachan. Midden op een pleintje is een borrelende bron waar je een mandje eieren in kan laten zakken om zo je eitje te koken. Mocht je denken dat je je eitje daarna gelijk op kan eten vergis je je sterk, want er is geen koud water om de eieren te laten schrikken en dus blijven ze heel lang gloeiend heet. Dan maar zo mee in het busje. Eten komt later wel.

De volgende stop was Wat Rong Khun oftewel de White Temple. Het is een nieuwe tempel waar ze pas in 1997 mee zijn begonnen. De Thaise artiest heeft de hel en de hemel willen uitbeelden. Het resultaat is een sprookjesachtig gebeuren dat in de Efteling niet zou misstaan. Het is gemaakt van witte steen, de details zijn aangebracht met spiegeltjes. Zodra de zon erop schijnt schittert het je tegemoet. Buiten verbeelden 2 uit de aarde komende slagtanden de muil van de hel, en daartussen in zie je de verdoemde zielen met graaiende handen en gezichten vol pijn en afschuw. De brug erachter leidt naar de hemel/tempel en ervoor staan twee gigantische bewakers . Binnen zie je op de muurschilderingen de strijd tussen goed en kwaad. Heel grappig, want Bush en Bin Laden, Badman, Superman en Spiderman, de Matrix en Starwars staan er ook op, evenals een vliegtuig dat de Twin Towers binnen vliegt.. Helaas mochten we binnen geen foto’s maken.

Na weer wat dutten in de bus kwamen we bij de Golden Triangel, het punt waar Thailand, Laos en Myanmar (Birma) elkaar raken. Dit was waar vroeger de opiumhandel hoogtij vierde. Omdat het met 3 verschillende munteenheden niet prettig handelen was, werd de opium betaald met goud. 1 Gram opium was net zoveel waard als 1 gram goud, dus werd het het zwarte goud genoemd. Vandaar de naam Golden Triangel. Nu de opiumhandel en teelt verboden is, wordt de bevolking door de overheid gestimuleerd om thee te verbouwen.

We steken met een boot de Mekong rivier over en zetten voet aan land in Laos. Er is een belastingvrij marktje waar ze, behalve heel veel toeristische rommel, ook flesjes whiskey verkopen waar een schorpioen of een cobra in zit. Je mag ook even proeven uit grote flessen waar slangen, hagedissen en weet ik wat nog meer in drijven. Jammie!

Buiten, in de schaduw van een boom, zit een klein groepje niet zo schone vrouwen met een aantal meer dan smoezelige kinderen. Voor hun op de grond ligt een berg bruine ballen (maatje tennisbal). Ertussen kruipen kevers van zo’n cm of 7. Het blijken ballen dierenpoep te zijn, waarin baby kevers zitten. Ze eten zich langzaam naar buiten en komen er volgroeid en klaar voor de frituur uit. Er waren ook ballen waar dikke, vette, geelwitte maden van een pink dik inzaten. Toen er daar eentje van uitkwam moest ik toevallig even de andere kant op. :) Roy heeft er nog wel foto’s van gemaakt.

Door rijden naar de grens Thailand -Myanmar, maar daar is niets te zien. Tijdens de volgende stops, een dorpje van de Akha Hilltribe en een marktje van de Yao Hilltribe, maak ik een paar mooie foto’s van oude vrouwtjes en koopt Roy een lelijk armbandje omdat het verkoopstertje het zo leuk deed.

Zo hard als de chauffeur op de heenweg reed, zo traag kroop hij nu terug naar Chiang Mai. Snel naar de kleermaker zodat Roy zijn maatkostuum en overhemden kan passen. Hij heeft straks 2 kostuums en 3 overhemden voor 10.500 baht (230 euro). En dan krijgt hij er nog een zijden stropdas bij! Ik moet nog zien dat alle gekochte kleding in onze tassen passen …
Tijd om te eten hebben we niet, want om 9 uur krijgen we een 2 uur durende massage op de kamer. Dat kost 700 baht, dus 16 euro. Samen, wel te begrijpen. Het is alleen erg jammer dat de massages erg slecht blijken te zijn. Ik zwem in de olie en Roy voelt niets. Omdat er hier op elke meter massagesalons zijn (no happy end) is het moeilijk, zo niet onmogelijk, om de goede van de slechte te onderscheiden. Volgende keer beter.

Woensdag blijken we de enige te zijn die de dagtour maken. Dat is fijn, want we hebben nu een goede auto en een gids voor onszelf. En dus kunnen we het programma aanpassen zoals wij het willen hebben. Na de markt van de Hmong (tas en buideltjes gekocht) gaan we naar de Wat Prasart Doi Suthep. Dat is een tempel die op 1300 meter hoogte ligt en te bereiken is via een 306 treden tellende trap met Naga’s (mythologische 7 koppige draak) als leuningen.

Dan volgt onze aanpassing: een bezoek aan het dorp waar de Longnek Karen (Palong) en de Bigear (Koyo) bergstammen samen wonen. Het is een bizar gezicht, al die ringen om nekken en benen. De meisjes krijgen op hun 5e jaar hun 1e spiraal met ringen. Daarna komt er om de 5 jaar wat bij. Door de ringen groeien de ribben niet horizontaal maar naar beneden, waardoor de schouderspieren naar beneden kunnen worden gedrukt. De nekken worden dus niet opgerekt, dat is optisch bedrog. De gaten in de oren van de meisjes worden gemaakt door er een bundeltje tandenstokers in te proppen. Doe je dat niet op de juiste plek dan scheurt het uit en moet het genaaid worden waarna er overnieuw wordt begonnen. Trouwt er iemand van de Palong met een Koyo, kiest een eventuele dochter wat ze wil: gaten in haar oren of ringen om haar nek. Ze volgt altijd het voorbeeld van haar moeder. De ringen zijn trouwens loodzwaar!

Na de lunch gaan we de Tigerfarm in om op de foto te gaan met een paar grote tijgers. Vorig jaar, zo hoorde ik later van de kleermaker, is er nog een toerist behoorlijk gebeten. Maar op het moment lijken de tijgers redelijk goed te benaderen. Wel moet je eerst de do’s & don’ts lezen en wijkt de bewaker geen stap van je zij.

Nog even snel langs een paar factory’s (bij de parasolmakers laat ik mijn tas beschilderen) en dan zijn we weer terug in Chiang Mai voor een volgende passessie bij de kleermaker en een rondje Nightbazar.

Vandaag (donderdag) hadden we doordat we gisteren al bij de Longnecks en de Tigerfarm waren geweest, weer een dag vrij. Dus 's morgens dit stukje schrijven (ik) en lezen (Roy) bij het zwembad. Daarna met de tuktuk naar de vrouwengevangenis. Want volgens de Planet kan je daar tegenover goede massages krijgen. De massages worden gegeven door gevangenen die binnen een half jaar vrijkomen en de opbrengst wordt gebruikt om de dames een nieuwe start te laten maken.
En inderdaad kregen we weer een degelijke Thaise massage. Strakjes weer lekker eten en morgen vliegen we naar Koh Samui waar we onze laatste week in Thailand aan het strand doorbrengen.
Jullie horen weer van ons!